Professor

Prof.mr.dr. B.C. de Savornin Lohman (1883 - 1946)

Gewoon hoogleraar De wijsbegeerte van het recht, het staatsrecht en het administratief recht vanaf 16 november 1912
Gewoon hoogleraar De wijsbegeerte van het recht voor zoover betreft de algemeene staatsleer, het staatsrecht en het administratief recht vanaf 30 juni 1919
Gewoon hoogleraar De wijsbegeerte van het recht, het staatsrecht en het administratief recht vanaf 1 januari 1934
Opleiding en werk
Opleiding
Scholing
Gymnasium
Academische opleiding
Rechten
te
Utrecht
Promotie(s)
Promotie
Utrecht, 20 december 1910
Proefschrift
De bestuursinrichting van gewest, stad en platteland van Utrecht gedurende de Bataafsche Republiek
Promotor(en)
Prof.dr. D.G. Rengers Hora Siccama
Rector Magnificus te Utrecht

1930-1931

Functie voor benoeming

Advocaat en procureur te Den Haag 1910

Aanstelling
Gewoon hoogleraar De wijsbegeerte van het recht, het staatsrecht en het administratief recht
Aangesteld bij
Rechtsgeleerdheid
Benoemd
25 september 1912
Aanvang
16 november 1912
Oratie
16 december 1912, Over het begrip Grondwet
Einde
30 juni 1919
Einde vanwege
Wijziging leeropdracht
Vakgebied
Rechtsgeleerdheid; Metajuridica, staats- en bestuursrecht
Gewoon hoogleraar De wijsbegeerte van het recht voor zoover betreft de algemeene staatsleer, het staatsrecht en het administratief recht
Aangesteld bij
Rechtsgeleerdheid
Benoemd
30 juni 1919
Aanvang
30 juni 1919
Einde
1 januari 1934
Einde vanwege
Wijziging leeropdracht
Vakgebied
Rechtsgeleerdheid; Metajuridica, staats- en bestuursrecht
Gewoon hoogleraar De wijsbegeerte van het recht, het staatsrecht en het administratief recht
Aangesteld bij
Rechtsgeleerdheid
Benoemd
1934
Aanvang
1 januari 1934
Vakgebied
Rechtsgeleerdheid; Metajuridica, staats- en bestuursrecht
Persoonlijke informatie
De heer
Jhr.
Titel(s)
Mr.dr.
Naam
B.C.
de
Savornin Lohman
Bonifacius Christiaan
Roepnaam
Bonne
Geboren
13 juli 1883
te
Groningen, Nederland
Overleden
17 maart 1946
te
Utrecht, Nederland
Nationaliteit
Nederlandse
Extra informatie
Was van 1926 tot 1946 lid van de Eerste Kamer voor de Christelijk-Historische Unie.